KijkopKloosterzande

De St. Martinus Kerk te Groenendijk krijgt een vernieuwde toren.



De parochie loopt er zelf nooit zo mee te koop, maar de gemeente Hulst telt een tweede basiliek; de neogotische Sint Martinuskerk (1871) in Kloosterzande.

Waar deWillibrordusparochie in Hulst de benaming ooit kreeg als eretitel van de paus, is de kerk in Kloosterzande naar bouwvorm een basiliek, een kruisbasiliek om precies te zijn. De toren van de kerk aan de Groe­nendijk ondergaat momenteel een ingrijpende restauratie. Die is mo­gelijk gemaakt door de inspannin­gen van het kerkbestuur, dat in to­taal 700.000 euro bij elkaar schar­relde voor dit karwei.

„Vier jaar geleden bleek uit rappor­ten van Monumentenwacht dat er dringend gerestaureerd moest wor­den”, vertellen Jo Collet (vice-voor­zitter) enWilly de Bakker (secreta­ris) van het kerkbestuur. „Lees je dat bouwkundig rapport, dan word je bang. Er liggen stukken steen los en leien komen los van het dak. Het ergste is dat de stenen aan de west- en de zuidkant hele­maal versleten zijn, met voegen die net sponsen zijn geworden.

Verder is de torenhaan gespleten en liggen goten en loodwerk los.

Bovendien maakten we ons er ern­stig zorgen over, dat er tijdens een viering stukken steen naar bene­den zouden komen. De (on)veilig­heid was dan ook een belangrijk argument bij de onderbouwing van het subsidieverzoek.”

In subsidieverzoeken aan het Rijk (ingediend bij de provincie) en aan de Europese Unie gaf het kerk­bestuur ook duidelijk de maat­schappelijke waarde van de kerk aan.

„Hier zitten nog gemiddeld twee­honderd mensen in de kerk op zondag. Wij hebben zo’n 45 uit­vaarten per jaar, dus de sociale functie voor het dorp is echt heel groot. Wij voelen ons als bestuur daarom verplicht de schouders er­onder te zetten. We hebben een hele vitale parochie met een hele­boel actieve vrijwilligers. Zo is de sacristie pas geheel gerenoveerd door een ploeg van acht vrijwilli­gers, die er weken aan werkten.

Dat hebben we ook in onze argu­mentatie meegenomen. Boven­dien is de kerk een rijksmonu­ment en bepalend voor het dorps­gezicht.”

Het grootste deel van de restaura­tiekosten is gefinancierd met Rijks- (378.000 euro) en ‘Euro­pees’ (150.000 euro) geld. De reste­rende 180.000 euro is ook gere­geld. Naast een toegezegde bijdra­ge van de gemeente komt dat geld van de parochie zelf; uit eigen mid­delen en door fondsenwerving.

„Bijzonder in dat laatste verband is dat we tot nu toe zo’n 5000 euro bijeen hebben gekregen via giften van congregaties, kloosterorden en abdijen die we hebben aangeschre­ven.”

De kerktoren wordt volledig ge­stript en vernieuwd. De leien, alle natuurstenen elementen, het voeg­werk, stenen, het glas- in- lood, het loodwerk en de goten, alles wordt vernieuwd.

„ De komende maanden zal het stil zijn op Klooster, want de klok is in verband met de werkzaamhe­den tijdelijk buiten werking ge­steld. Ook het uurwerk is eraf”, al­dus Collet en De Bakker, die ver­wachten dat de restauratie om­streeks half november kan worden afgerond. Net als bij de renovaties van andere kerkgebouwen in de streek, is het project een zogehe­ten leerlingbouwplaats. Jonge vak­lieden krijgen er de kans zich te be­kwamen in het ambacht van na­tuursteenbewerking. De afsluiting van de restauratie wordt gevierd met een bijeenkomst waar ook de commissaris van de koningin acte de presence geeft.